De school communiceert op regelmatige basis of tijdig over:
Wegens overmacht kan een eerder gecommuniceerd tijdstip of evaluatievorm aangepast worden. In geval van een aanpassing, brengen we je tijdig op de hoogte.
Onze entiteiten kiezen voor leerlingenevaluatie met focus op de eigen doelgroep of leeftijdscategorie. We werken volgens dezelfde principes en leggen accenten per entiteit.
Vier maal per schooljaar krijgen de leerlingen een rapport mee. Wij als school vinden een samenwerking met jullie als ouders en jou als leerling erg waardevol. Daarom vinden wij het belangrijk om regelmatig met elkaar samen te zitten om te kijken hoe het met jou en/of je zoon/dochter gaat en hoe we jullie hierin kunnen ondersteunen. Het rapport is een schriftelijk verslag van de vorderingen en ontwikkeling doorheen het schooljaar. Daardoor is het mogelijk je werkzaamheden op school te volgen, te evalueren, bij te sturen, te belonen. De klastitularis publiceert dit rapport op de data die vermeld staan in de jaarkalender op Smartschool. Elk rapport laat je door je ouder(s)/verantwoordelijke ondertekenen. Je bezorgt het de eerstvolgende schooldag terug aan je klastitularis die verantwoordelijk is voor het tussentijds bewaren ervan. Wij verwachten wel dat de ouders/verantwoordelijke op het einde van elke rapportperiode het rapport komt afhalen en bespreken met de klastitularissen.
We geven je graag een woordje uitleg op het oudercontact over de manier waarop de school je prestaties evalueert en hoe ze die informatie doorgeeft aan je ouder(s) of verantwoordelijke. De beoordeling op het woordrapport zal in de feedback omschreven worden en het vakdomein krijgt een gekleurde batterij.
Ook voor de attitudes hebben wij binnen de Ast dezelfde beoordelingscriteria. We evalueren de attitudes zo functioneel en maatschappijgericht mogelijk.
Tijdens het schooljaar hanteren we het systeem van permanente evaluatie. Je oefeningen, je persoonlijk werk, jouw leerhouding, zoals je inzet in de les, je medewerking aan opdrachten, groepswerk, en dergelijke worden nauwgezet gevolgd en beoordeeld. Dit gebeurt binnen een cyclisch proces van handelingsplanmatig werken. Er worden per rapportperiode steeds een aantal individuele doelstellingen vastgelegd.
De bedoeling hiervan is na te gaan of je de vooropgestelde doelen kan behalen binnen het groepswerkplan of binnen het individueel plan. In de kwalificatiefase en integratiefase gaat aparte aandacht uit naar de evaluatie van:
Aan de Vlaamse toetsen is er geen deelname binnen OV3 in de Ast.
Voor zij- instromers en ook voor leerlingen eigen aan de school kan de klassenraad beslissen om het leertraject na de opleidingsfase of na de kwalificatiefase te verlengen. Om zo de leerling nog bepaalde competenties te laten verwerven vooraleer de overstap te maken naar de volgende fase.
Binnen het evaluatiebeleid van De Ast OV4 vinden we het belangrijk om te evalueren op maat van onze leerling. De focus op het realiseren van de sleutelcompetenties met alle eindtermen die vertaald zijn in de leerplandoelen is de uitgangsbasis. De eindtermen basisgeletterdheid worden per individuele leerling in kaart gebracht.
De belangrijkste doelen in de 1ste graad zijn oriënteren en observeren. We gaan voor een sterke basisvorming, het proeven en ontdekken van talenten om te kiezen voor een basisoptie in het tweede jaar als springplank naar de tweede graad. De klemtoon in de eerste graad ligt op dagelijks werk. De aankondiging van toetsen gebeurt altijd via de digitale agenda, op Smartschool en in de papieren planningsagenda in de klas.
We evalueren gespreid. Heel wat klasoefeningen, persoonlijk werk, overhoringen, toetsen, taken,… worden geëvalueerd in de loop van het trimester via het dagwerk (DW). De vakleerkrachten bepalen, in afspraak met de vakgroep en klassenraad, zowel het aantal als de spreiding van de opdrachten. De leerling wordt bij de planning van taken en toetsen zoveel mogelijk betrokken.
Op het einde van elk trimester organiseren we voor een aantal vakken ook een evaluatieperiode (EP) met eindtoetsen om na te gaan of je grotere gedeelten van de leerstof kan verwerken. De school zelf bepaalt het aantal proefwerken of eindtoetsen.
Er zijn drie evaluatieperiodes (op het einde van elk trimester). De periodes worden in de jaarkalender opgenomen. De school behoudt zich het recht voor om in geval van onvoorziene omstandigheden daarvan af te wijken. Het proefwerk- of eindtoetsrooster wordt tijdig meegedeeld door de klasleerkrachten en gepubliceerd op Smartschool. Tijdens de evaluatieperiode kun je ook overdag op school studeren. Je wordt daaromtrent tijdig geïnformeerd en bevraagd.
Eindtoetsen (ET)
Berekening van punten
Evaluatieperiodes
We organiseren 4 evaluatieperiodes:
Deze periodes worden telkens gevolgd door een oudercontact. De eindtoetsen worden gedurende een langere periode gespreid voor de kerstvakantie en georganiseerd tijdens de lessen van de vakken zelf. De vakleerkracht houdt zelf toezicht. De rest van die schooldag verloopt zoals een normale schooldag.
2de graad Arbeidsmarkt (studierichtingen ORL, PDM en ZWZ)
Eindtoetsen (ET)
Berekening van punten
Aantal proefwerkperiodes per studierichting
Trimestersysteem = 3 proefwerkperiodes
3de graad arbeidsmarkt (studierichtingen Basiszorg en ondersteuning, Groenaanleg – en beheer en Organisatie, onthaal en sales)
Berekening van punten
Aantal proefwerkperiodes per studierichting
Semestersysteem = 2 proefwerkperiodes
Het rapport is het verslag van de toetsing en evaluatie. Via het puntenboekje in Smartschool kunnen de leerlingen en ouders de resultaten raadplegen van de aparte toetsen en evaluaties.
De resultaten van taken en toetsen kunnen steeds geraadpleegd worden in het online puntenboekje van de leerling (Smartschool). De bijhorende commentaren geven de leervorderingen aan en bevatten tips hoe de leerling de leerdoelstellingen kan bereiken.
Het rapport is een schriftelijk verslag van je gespreide evaluatie, dagelijks werk en resultaten uit de evaluatieperiode. Daardoor is het mogelijk je werkzaamheden op school te volgen, te evalueren en bij te sturen. De klasleerkrachten overhandigen dit rapport op de data die vermeld staan in de jaarkalender.
Bij de tussentijdse en trimestriële rapporten worden alle punten afgerond naar gehele getallen. Het tussentijds rapport (voor alle leerlingen vóór de herfstvakantie, is een 1ste stand-van-zaken van het schooljaar) en de periodieke rapporten (herfst – Kerst – Pasen – zomer) bevatten zowel cijfers als woordfeedback per vak.
Aan de vakken van de basisvorming (of algemene vorming) kunnen cijfers toegekend worden voor basisdoelen (BA) uit het leerplan (doelen die moeten worden gehaald om te kunnen slagen), en voor remediërende doelen (RE) en/of verdiepende doelen (VE) (doelen die de klassenraad helpen bij het advies voor de studiekeuze). Het geheel van de cijfers wordt geduid in de vakcommentaren en de samenvatting op het rapport.
Na elke periode krijgen de leerlingen een rapport. Die bestaat telkens uit een puntenrapport met vakcommentaar.
De perioderapporten informeren de leerling over de evolutie van zijn leerproces. De leerling kan zijn resultaten vergelijken met vroegere prestaties en zijn vorderingen vaststellen. Op het rapport formuleren de vakleerkrachten persoonsgerichte feedback die de leerling vooruit helpt in het leren van het vak. De klassenraad maakt uiteindelijk een eindcommentaar.
Dit rapport wordt enkel uitgereikt aan de leerlingen
Het semesterrapport in december (Kerstrapport) is een samenvatting van alle evaluaties van het eerste semester.
Het semesterrapport juni geeft de evaluaties van het tweede semester weer.
Het jaarrapport is een samenvatting van alle evaluaties van
rapport oriënteert de klassenraad de leerling in een toekomstgericht leertraject. Het is een beoordeling van het hele schooljaar. Wat kan de leerling goed en minder goed? Welke tekorten kan de leerling goedmaken? Welke remediëring kan de leerling vooruit helpen?
1ste graad B-stroom en 2de graad A-finaliteit
Op het einde van het schooljaar krijgt de leerling een jaarrapport. Voor alle vakken telt elk trimester voor 1/3 mee.
3de graad A-finaliteit
Ook voor deze leerlingen wordt een jaarrapport voorzien. Voor alle vakken telt het eerste semester voor 40%, het tweede semester voor 60%. Indien er een tussentijds proefwerk met Pasen is voor een vak, dan zal de vakleraar de leerling op de hoogte brengen van de verhouding tussen het proefwerk van Pasen en dat van juni.
In de eerste graad zijn onze belangrijkste doelen: oriënteren en observeren. We gaan voor een sterke basisvorming, het proeven en ontdekken van talenten in het eerste jaar om te kiezen voor een basisoptie in het tweede jaar als springplank naar de tweede graad. Wij vinden evaluatie een essentieel onderdeel van het leerproces om de groei en ontwikkeling van de leerling te bevorderen.
Evaluaties zijn op maat van de 12/13-jarige, rekening houdend met hun cognitieve en emotionele ontwikkeling. De focus ligt op het realiseren van de leerplandoelen, waarbij de leerlingen voldoende uitleg krijgen over de leerstof, studiemethode en verwachtingen.
Bij elk cijfer hoort passende feedback, die de leerling helpt te begrijpen waar verbeteringen nodig zijn. We besteden extra aandacht aan feedback gedurende alle leermomenten, niet alleen tijdens formele evaluaties. Zo ligt de nadruk op gespreide evaluatie, waarbij de leerling regelmatig wordt beoordeeld op verschillende aspecten van het leerproces, en beperkte (periodes van) summatieve evaluatie, waarbij de leerling wordt beoordeeld op de kennis en vaardigheden die hij/zij aan het einde van een leerperiode heeft verworven.
Onaangekondigde toetsen worden vermeden, omdat ze stress kunnen veroorzaken en niet noodzakelijkerwijs een nauwkeurige weergave zijn van de kennis en vaardigheden van de leerling.
We voorzien een week voor de proefwerken of eindtoetsen een toets- en taakvrije periode, om de leerlingen de tijd te geven om zich voor te bereiden.
Alle leerlingen die 1A of 2A volgen, krijgen alle leerplandoelen, gebaseerd op de minimumdoelen, aangereikt. De minimumdoelen worden aangevuld met keuzedoelen, die verspreid worden over de graad, door de vakgroep geselecteerd zijn en passend zijn binnen de visie van de school.
De leerlingen die kiezen voor basis krijgen de minimumdoelen en geselecteerde keuzedoelen aangeboden. Daarnaast wordt ingezet op remediëring op maat van de leerling. De doelen worden geëvalueerd en komen samen als een totaal % op het rapport.
De leerlingen die uitgedaagd willen worden kunnen kiezen voor verdieping. De verdieping komt er door:
Voor de leerlingen die kiezen voor verdieping worden de minimumdoelen en keuzedoelen op een verdiepende manier bevraagd en geëvalueerd. Dit resultaat komt als een totaal % op het rapport.
Enkel voor het vak Nederlands zijn er uitbreidingsdoelen die in een afzonderlijk deel kunnen bevraagd worden. De uitbreidingsdoelen worden niet meegerekend in het vak % maar de resultaten hiervan worden mee opgenomen in de vakfeedback. De uitbreidingsdoelen worden niet verrekend naar attestering toe.
We evalueren gespreid. Heel wat klasoefeningen, persoonlijk werk, overhoringen, toetsen, taken,… worden geëvalueerd in de loop van het trimester via het dagwerk (DW). Je vakleerkrachten bepalen, in afspraak met de vakgroep en klassenraad, zowel het aantal als de spreiding van de opdrachten. Je wordt bij de planning van taken en toetsen zoveel mogelijk betrokken.
Op het einde van elk trimester organiseren we voor een aantal vakken ook een evaluatieperiode (EP) met proefwerken (A-stroom) of eindtoetsen (B-stroom) om na te gaan of je grotere gedeelten van de leerstof kan verwerken. De school zelf bepaalt het aantal proefwerken of eindtoetsen. Er zijn drie evaluatieperiodes (op het einde van elk trimester). De periodes worden in de jaarkalender opgenomen. De school behoudt zich het recht voor om in geval van onvoorziene omstandigheden daarvan af te wijken.
Het evaluatierooster wordt tijdig meegedeeld door het klasteam en gepubliceerd in de nieuwsbrief naar ouders toe en in de DKW-planner. Tijdens de evaluatieperiode kun je ook overdag op school studeren tijdens een korte (tot 15.55u) of lange namiddagstudie (tot 17u). Voor de leerlingen van het eerste jaar zetten we zoveel mogelijk in op kleine studieklassen, de leerlingen van het 2de jaar studeren met verschillende klassen samen in de studielokalen. Je wordt daaromtrent tijdig geïnformeerd en bevraagd via een Forms-enquête.
Bij afwezigheid tijdens de evaluatieperiode bevraagt het zorgteam de vakleerkracht over de noodzaak om de proefwerken in te halen. Leerlingen die gedurende de hele proefwerkperiode afwezig zijn, kunnen onmogelijk na een ziekteperiode alle proefwerken inhalen. Voor deze leerling wordt met de klassenraad en het zorgteam afgesproken welke proefwerken ingehaald moeten worden en wanneer deze ingepland zullen worden.
Het tussentijds rapport en de trimestriële rapporten bevatten zowel cijfers als woordfeedback per vak. Aan de vakken van de algemene vorming (of basisvorming) worden cijfers toegekend voor basisdoelen (BA) en keuzedoelen uit het leerplan.
De talentpakketten uit 1A (behalve Latijn) en 1B worden beoordeeld via een kleurenschaal die een beeld geeft van enkele belangrijke thema’s en vaardigheden die in de lessen aan bod komen. Het talentpakket Latijn in 1A en de basisopties in het 2de jaar worden beoordeeld via een cijfer voor dagwerk (DW) en – indien er ook een proef op het einde van het trimester is – een cijfer voor evaluatieperiode (EP).
Voor vakken waar een onderscheid gemaakt wordt tussen dagelijks werk (DW) en proefwerk (EP) ligt de verhouding in het eerste jaar op 75 % voor DW en 25 % voor PW. In de tweede jaar passen we de verhouding van 65 % voor DW en 35 % voor PW toe.
Het zomerrapport biedt een overzicht van het volledige schooljaar: je ziet er niet alleen de resultaten van de trimesters naast elkaar, maar per vak wordt ook een jaarcijfer toegekend zodat de delibererende klassenraad kan oordelen over het attest dat wordt toegekend en een sluitend advies kan geven. De leerplandoelen voor ICT worden beoordeeld in Skore en via een overzicht van de bereikte doelen. Gedurende de volledige eerste graad krijg je een beeld van je groeiproces in alle behaalde doelen.
Er zijn 2 evaluatieperiodes in het schooljaar: van september tot de kerstvakantie en van januari tot de zomervakantie. Elke evaluatieperiode eindigt met een proefwerkenreeks. Voor een beperkt aantal vakken is er in de 2de graad voor de paasvakantie een deelproefwerk voorzien. Het jaartotaal voor een vak wordt berekend volgens de verhouding 40/60 tussen de beide evaluatieperiodes. De verhouding tussen het proefwerk van Pasen en juni wordt per vak meegedeeld door de vakleerkracht.
Voor vakken waar een onderscheid gemaakt wordt tussen dagelijks werk (DW) en proefwerk (PW) ligt de verhouding in de tweede graad op 40 % voor DW en 60 % voor PW. In de derde graad passen we een 30/70-verhouding toe voor doorstroom-finaliteit. Voor de D/A- en A-finaliteit blijft de verhouding in de 3de graad op 40% dagwerk en 60% proefwerk.
Voor de moderne vreemde talen en Nederlands wordt gewerkt met gespreide evaluatie (GE). Dat betekent dat het leerproces op verschillende momenten in de loop van het trimester/semester wordt geëvalueerd. Voor de vreemde talen is er aandacht voor zowel de bouwstenen van de taal (= kleine, afgebakende opdrachten om woordenschat en grammatica als tussendoelen te evalueren) als de eindopdrachten (= complexere en communicatieve en/of creatieve opdrachten die de vaardigheden luisteren, lezen, schrijven, spreken, mondelinge en schriftelijke interactie evalueren en het geïntegreerd toepassen van de bouwstenen in een nieuwe context). Tijdens de proefwerkenreeks wordt er tijd voorzien voor zulke eindopdrachten. De taalleerkrachten verduidelijken het evaluatiesysteem bij het begin van het schooljaar aan de leerlingen.
Voor het vak Nederlands en moderne vreemde talen is er steeds een proefwerk op het einde van het semester/trimester, dat voor 30 % van de punten meetelt.
Op het rapport verschijnt één totaalcijfer van de gespreide evaluatie, in het puntenboek kan je de gedetailleerde resultaten volgen.
Voor sommige vakken is er gespreide evaluatie met of zonder eindtoets tijdens de proefwerkenperiode, bv. voor de algemene vakken in de A-finaliteit en het bso. Deze vakken worden beoordeeld doorheen het schooljaar via klasoefeningen, huistaken en opdrachten, overhoringen en vakspecifieke attitudes zoals inzet in de les, medewerking, stiptheid. Tijdens de proefwerkenreeks kan er voor deze vakken een grote eindtoets zijn over een groter deel van de leerstof. De vakleerkracht zal de leerlingen op de hoogte brengen van de puntenverhouding tussen deze eindtoets en de andere evaluaties.
Als je een toets gemist hebt omwille van een afwezigheid om welke reden dan ook, dan zal de vakleraar met jou afspreken of en wanneer deze toets ingehaald wordt. Dat kan eventueel tijdens de avondstudie op campus 3 steeds op donderdag.
Het proefwerkrooster wordt tijdig meegedeeld. Op het rooster kan afgelezen worden of de proefwerken mondeling of schriftelijk zijn.
Tijdens de proefwerken kan je overdag op school studeren van 13.10u tot 18.00u en op zaterdagvoormiddag van 09.00u tot 11.45u. Deze zaterdagstudie start het weekend voor je eerste proefwerk. Je krijgt tijdig een Forms enquête om in te schrijven voor deze studies.
Bij afwezigheid van 3 of minder proefwerkdagen moet je de proefwerken inhalen tijdens de evaluatiedagen na de proefwerken of in onderling overleg met de directie en zorg.
Bij een afwezigheid van meer dan 3 proefwerkdagen spreekt de klassenraad een schema af om de proefwerken in te halen. We brengen je daar zo snel mogelijk van op de hoogte.
We maken een onderscheid tussen de algemene vorming (PAV, Frans en Engels) en het praktijkgedeelte (BGV of beroepsgerichte vorming).
Voor PAV, Frans en Engels wordt er gewerkt met gespreide evaluatie. Dit betekent dat de evaluatie gebeurt doorheen het schooljaar.
Op het rapport verschijnt één totaal cijfer van de gespreide evaluatie, in het puntenboek kan je de gedetailleerde resultaten volgen. Er wordt daarbij voor een opsplitsing gekozen tussen dagelijks werk (DW) en eindtoetsen (ET).
In de tweede graad gebeuren de meeste evaluaties in de klas via kleinere of grotere evaluatiemomenten. Omdat er in de tweede graad toch nog sterke begeleiding is, kunnen we een verhouding hanteren van 80/20 voor DW/ET. In de derde graad en het diplomajaar wordt van leerlingen verwacht om meer individueel te werken, groepswerken te maken en grotere toetsen te maken. Dat kunnen we evalueren in een verhouding van 70/30 voor DW/ET.
Het voordeel is dat de leerling er wordt toe aangezet, regelmatiger te werken. Die voortdurende inzet leidt tot een betere verwerving van de leerstof.
In het DW zal de voorziene leerstof of kennis op regelmatige basis worden bevraagd. De leerkracht beoordeelt hier eerder de vorderingen van de leerling. Deze toetsen zullen voornamelijk tijdens de les plaatsvinden en bevatten kleine (onder)delen van leerstof; opdrachten, kleine groepswerken, taken,…..
Eindtoetsen (ET) (op het einde van een hoofdstuk of thema) zullen voornamelijk het verwerken zijn van een groter deel van de leerstof. Dit kunnen reproducties zijn van ingestudeerde leerstof, groepswerken of toepassingen van de leerstof in nieuwe opdrachten. Hierbij hoort ook het eindwerk dat de leerlingen in het diplomajaar maken.
Voor de talen Frans en Engels is er aandacht voor zowel de bouwstenen van de taal (= kleine, afgebakende opdrachten om woordenschat en grammatica als tussendoelen te evalueren) als de eindopdrachten (= complexere en communicatieve en/of creatieve opdrachten die de vaardigheden luisteren, lezen, schrijven, spreken, mondelinge en schriftelijke interactie evalueren en het geïntegreerd toepassen van de bouwstenen in een nieuwe context).
Het behalen van de competenties op school en het werk zijn essentieel tot het behalen van een beroepskwalificatie. We evalueren dit in een verhouding 20% voor het technisch vak (TV) en 80% voor praktijk (PV) in de tweede graad, 30% voor het technisch vak en 70% voor praktijk in de derde graad en voor de opleidingen binnen domein economie en organisatie en domein maatschappij en welzijn 40% voor het technisch vak en 60% voor praktijk.
Het technisch vak wordt beoordeeld in het puntenboek met punten uit DW (opdrachten, kleine taken, kleine toetsen, grote toetsen (min. 7 grote toetsen), het praktisch vak wordt beoordeeld in het puntenboek met kleuren met 4 niveaus. Het rapport toont punten voor TV en kleuren voor PV per leerplandoel of competentie.
De evaluatie van het deel praktijk (vaardigheden) gebeurt aan de hand van 4 categorieën
Algemeen
Gewettigde en ongewettigde afwezigheid bij een toets
Aanpak bij het uitwerken van een project of taak
Bij het niet op tijd indienen van het project of een taak wordt
Op geregelde tijdstippen zal de klassenraad samenkomen om te oordelen of je aan een aantal doelstellingen voldoet en welke competenties je hebt verworven.
De delibererende klassenraad neemt op het einde van het schooljaar een evaluatiebeslissing waaruit een studiebekrachtiging volgt.
Deelcertificaten, deelkwalificaties, certificaten, beroepskwalificaties en getuigschriften kunnen in de loop van het schooljaar door de klassenraad bekrachtigd worden. Indien de beoogde studiebekrachtiging niet wordt toegekend, wordt dit schriftelijk gemotiveerd.
In de klassenraad zitten alle leraren/begeleiders die bij je opleiding betrokken zijn. De directeur of zijn afgevaardigde, bv. de coördinator, zit de vergadering voor. Die personen zijn stemgerechtigd. Daarnaast kunnen ook de CLB-medewerkers of andere begeleiders die met jou werken of deskundigen hiervan deel uitmaken. Zij kunnen het team raad geven bij de beslissing die genomen wordt.
Elk gedrag waarmee je probeert een juiste beoordeling van jezelf of van een medeleerling onmogelijk te maken, beschouwen we als een onregelmatigheid. We denken bv. aan spieken, plagiaat, het gebruik van niet-toegelaten materialen, technieken en hulpmiddelen, met opzet afwezig blijven op evaluatiemomenten…
Als fraude pas achteraf aan het licht komt en je al een getuigschrift/diploma hebt behaald, is het mogelijk dat je het afgeleverde getuigschrift zal moeten teruggeven. Dat zullen we enkel doen wanneer de fraude zo ernstig is dat de behaalde resultaten nietig zijn en we de beslissing als juridisch onbestaande moeten beschouwen.
De resultaten van taken en toetsen kunnen steeds geraadpleegd worden in het online puntenboekje van de leerling (Smartschool). Indien er bijkomende commentaar met leertips gegeven wordt, verwachten we dat je die te harte neemt.
Het rapport is een schriftelijk verslag van je gespreide evaluatie, dagelijks werk en resultaten uit de evaluatieperiode. Aan de hand daarvan is het mogelijk je werkzaamheden op school te volgen, te evalueren en bij te sturen. Alle rapporten zijn digitaal raadpleegbaar en worden gepubliceerd vooraleer de oudergesprekken starten.
Als leerling krijg je de kans je evaluaties samen met je vakleerkrachten in te kijken en te bespreken. Een schriftelijke toets kan je mee naar huis krijgen. In ieder geval bespreekt de vakleerkracht elk tekort met jou De remediëring wordt genoteerd in je leerlingendossier. Jij en je ouders kunnen ook zelf vragen om inzage te krijgen in en/of uitleg bij de toetsen en proeven die je hebt afgelegd. Dat kan door schriftelijk contact op te nemen met de directie. We kunnen geen gegevens doorgeven die betrekking hebben op medeleerlingen.
Op het einde van een (evaluatie)periode organiseren we een oudercontact om je leervorderingen te bespreken. Zoals in de engagementsverklaring opgenomen, verwachten we dat de ouders hier ook effectief naartoe komen. Je ouder(s) hoeven echter niet te wachten tot het oudercontact om met een personeelslid of de directie te praten. Een telefoontje of e-mail volstaat voor een afspraak.
De delibererende klassenraad bestaat ten minste uit de leraren die dit schooljaar aan jou hebben lesgegeven. Jouw mentor maakt net zoals jouw trajectbegeleider ook deel ervan uit. Jouw mentor is net zoals jouw trajectbegeleider stemgerechtigd. De klassenraad wordt voorgezeten door de directeur of zijn afgevaardigde.
Een leraar zal tijdens de delibererende klassenraad nooit deelnemen aan de bespreking van een leerling waaraan hij privaatlessen heeft gegeven. Hij zal ook niet deelnemen aan de bespreking van familieleden tot en met de vierde graad. Hetzelfde principe geldt voor de mentor en de trajectbegeleider.
Op het einde van het schooljaar of uitzonderlijk in de loop van het schooljaar is het de delibererende klassenraad die beslist:
Hij steunt zich bij zijn beslissing:
In het 2de leerjaar van de eerste graad nemen de leerlingen in principe deel aan de Vlaamse toetsen.
Het resultaat van de Vlaamse toetsen wordt niet gebruikt in de evaluatie van de leerling.
De besprekingen van de delibererende klassenraad zijn geheim.
De delibererende klassenraad zal je ook een advies geven voor je verdere schoolloopbaan.
Na de opleidingsfase (2 en 3 de jaar) ontvangen de leerlingen een ‘bewijs van competenties’. Op dit bewijs van competenties worden de competenties opgesomd die de leerling in voldoende mate behaald heeft. Dit bewijs is geen ticket naar de kwalificatiefase. Het is bevoegdheid van de klassenraad om te oordelen over de overgang naar de kwalificatiefase.
Voor leerlingen die geen bewijs van competenties kunnen ontvangen, wordt er een ‘attest van regelmatige lesbijwoning’ toegekend.
Het is de bevoegdheid van de klassenraad om te bepalen welke studiebekrachtiging de leerling krijgt op het einde van de kwalificatiefase.
Na de kwalificatiefase (4 en 5 de jaar) ontvangen de leerlingen.
Na of tijdens de integratiefase (6de jaar) kan de klassenraad volgden beslissingen nemen:
Daarnaast kan de klassenraad van de integratiefase ook onderstaande toekennen:
Op basis van je prestaties in het voorbije schooljaar spreekt de delibererende klassenraad zich in de eerste plaats uit over je slaagkansen in het volgende schooljaar. Er is een verschil tussen het 1ste leerjaar van de eerste graad en de hogere leerjaren.
In het 1ste leerjaar van de eerste graad:
De delibererende klassenraad bezorgt je samen met je rapport de belangrijkste redenen voor die beslissing.
Vanaf het 2de leerjaar van de eerste graad:
Als je op het einde van het 2de leerjaar van de tweede graad of het 1ste of 2de leerjaar van de derde graad in de D/A-finaliteit of in de A-finaliteit een C-attest krijgt en beroepsgerichte competenties hebt bereikt, kan de klassenraad een van onderstaande studiebewijzen uitreiken als je beslist om van school of studierichting te veranderen:
Overweeg je om je leerjaar over te zitten?
Als je geslaagd bent in de eindleerjaren van een graad krijg je een studiebewijs dat van waarde is in de maatschappij:
In de onderwijskwalificatie van de A- en D/A-finaliteit ligt het bewijs van beroepskwalificatie en eventueel het bewijs van deelkwalificatie vervat.
Welke studiebewijzen je precies krijgt in het duaal leren, hangt af van de gevolgde opleiding en van welke onderwijsdoelen je juist bereikt hebt. In sommige studiebewijzen zitten andere studiebewijzen vervat. De klassenraad neemt een beslissing op het einde van het schooljaar. In sommige situaties kan het ook in de loop van het schooljaar. Je behaalt een onderwijskwalificatie als je slaagt voor het geheel van de onderwijsdoelen van de opleiding (algemene en beroepsgerichte vorming) zoals opgenomen in het curriculumdossier van de opleiding. In de onderwijskwalificatie ligt het bewijs van beroepskwalificatie vervat.
Na het beëindigen van een aanloopstructuuronderdeel kun je een bewijs van competenties behalen. In de tweede graad is het uitzonderlijk mogelijk om met een kwalificerend traject op maat een ander studiebewijs (bewijs van deelkwalificatie(s)/bewijs van beroepskwalificatie(s)/getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs onderwijskwalificatie niveau 2) te behalen.
In ons centrum word je regelmatig geëvalueerd. Je leerprestaties worden voortdurend opgevolgd. Dit gebeurt via specifieke toetsen, het maken van oefeningen, het verwerken van leerstof in de klas, de bespreking van fouten, uitwerken van een werkje,… Leerlingen die in aanmerking komen voor het behalen van het diploma secundair onderwijs krijgen een individuele opdracht die ze toelichten voor een jury.
Als regelmatige leerling krijg je het diploma secundair onderwijs indien je
In de loop van je opleiding zal je regelmatig geëvalueerd worden op verslagen, studiewerk, praktische en theoretische proeven. Alle competenties worden aangereikt en beoordeeld tijdens het leren en werkplekleren.
Als regelmatige leerling krijg je
De klassenraad houdt bij de eindbeoordeling rekening met de resultaten van het vorig schooljaar, resultaten huidig schooljaar, voltijds engagement tijdens het leren en werkplekleren en of de leerplandoelstellingen in voldoende mate zijn bereikt. Je houding en inzet in de lessen kan bepalend zijn bij het toekennen van getuigschriften en certificaten indien er twijfel is.
In een beperkt aantal gevallen kan het gebeuren dat de delibererende klassenraad eind juni over onvoldoende gegevens beschikt om te kunnen beslissen of je het leerjaar met vrucht hebt beëindigd. Hij kan je dan bijkomende proeven opleggen in de loop van de zomervakantie om zo de nodige gegevens te verzamelen. Tegen deze beslissing van de klassenraad om bijkomende proeven op te leggen is geen beroep mogelijk. Ten laatste op de eerste lesdag van het volgende schooljaar zal de klassenraad een beslissing te nemen. De periode waarin bijkomende proeven kunnen plaatsvinden, wordt opgenomen in de jaarkalender.
In uitzonderlijke gevallen kan de delibererende klassenraad op het einde van het 1ste leerjaar van een graad beslissen dat je ondanks enkele tekorten toch al mag starten in dat 2de leerjaar. Je moet dan wel in de loop van dat 2de leerjaar die tekorten wegwerken. De school zal je hierbij ondersteunen. Op het einde van het 1ste leerjaar krijg je dan geen oriënteringsattest, maar enkel een attest van lesbijwoning als regelmatige leerling. Tegen dat attest kan je niet in beroep gaan.
Uitzonderlijke gevallen zijn:
Als je in de loop van het 2de leerjaar van school of van studierichting zou veranderen, kan het zijn dat de delibererende klassenraad van het 1ste leerjaar opnieuw zal samenkomen om alsnog een oriënteringsattest uit te reiken. Als je ouders niet akkoord gaan met die beslissing, geldt dezelfde procedure als bij een oriënteringsattest op het einde van het schooljaar.
Volg je een individueel aangepast curriculum? Dan ontvang je op het einde van het schooljaar een attest van verworven bekwaamheden. Uitzonderlijk kan de klassenraad alsnog de gewone studiebekrachtiging uitreiken op voorwaarde dat hij de vooropgestelde doelen van het individueel aangepast curriculum als gelijkwaardig beschouwt met die van het gevolgde structuuronderdeel.
De delibererende klassenraad kan, zowel bij een oriënteringsattest A, B of C, een advies geven voor je verdere schoolloopbaan. Dat advies kan o.a. bestaan uit:
De klassenraad kan je ook uitdrukkelijk een waarschuwing geven. Ondanks één of meer tekorten, neemt hij toch een positieve beslissing. Je krijgt één jaar tijd om bij te werken. Wij zullen je hierbij helpen. We verwachten dat je een merkbare positieve evolutie doormaakt. Is dat niet het geval, dan houden we daar het volgende schooljaar rekening mee bij de eindbeoordeling.
Als de klassenraad van oordeel is dat je wel geslaagd bent, maar dat je het best een onderdeel van de leerstof van één of ander vak tijdens de vakantie wat zou uitdiepen of op peil houden, dan kan hij je als studiehulp een vakantietaak geven. De kwaliteit van het afgeleverde werk en de ernst waarmee het uitgevoerd werd, zijn belangrijke gegevens voor de begeleidende klassenraad bij het begin van het volgende schooljaar.
Voor duale opleidingen bestaat de klassenraad ten minste uit de leraren die dit schooljaar aan jou hebben lesgegeven. Jouw mentor (dit is de persoon die binnen de onderneming is aangeduid om je te begeleiden) maakt net zoals jouw trajectbegeleider ook deel ervan uit. Jouw mentor is net zoals jouw trajectbegeleider stemgerechtigd. Op het einde van jouw duale opleiding beslist de klassenraad welk studiebewijs je krijgt. Hij baseert zich hierbij op jouw dossier. Jouw individueel opleidingsplan dat is gebaseerd op het standaardtraject van de opleiding maakt een belangrijk onderdeel van jouw dossier uit.
De delibererende klassenraad beslist na grondig overleg. Het is uitzonderlijk dat jij of je ouders die beslissing zullen aanvechten. Het kan enkel als je niet het meest gunstige studiebewijs hebt gekregen. Als je ouders of jij zelf (zodra je 18 bent) niet akkoord gaan met de beslissing, volgen ze de procedure in dit punt.
Let op: wanneer we in dit punt spreken over dagen* bedoelen we telkens alle dagen (zaterdagen, zondagen, wettelijke feestdagen en 11 juli niet meegerekend).
Je ouders vragen een persoonlijk gesprek aan met de directeur. Bij de kennisgeving van de eindbeslissing informeren we je ouders over deze mogelijkheid en de wijze waarop ze dit gesprek aanvragen. Dit gesprek is niet hetzelfde als het oudercontact. Je ouders moeten dit gesprek uitdrukkelijk aanvragen. Dat kan ten laatste de derde dag* na de dag waarop de rapporten werden uitgedeeld (fysiek en/of digitaal). De precieze datum van de rapportuitdeling vinden jullie in de jaarplanning. We geven het rapport altijd aan je ouders/jou zelf mee.
Als je tijdens de zomervakantie uitzonderlijk bijkomende proeven hebt afgelegd, begint die termijn pas te lopen nadat we de uitgestelde beslissing hebben meegedeeld. Ook die datum vind je terug in de jaarplanning.
De termijn begint te lopen de dag nadat de aangetekende brief van de school met de beslissing wordt ontvangen. De aangetekende brief wordt geacht de derde dag na verzending te zijn ontvangen. De poststempel geldt als bewijs, zowel voor de verzending als voor de ontvangst.
Er is dus een termijn van drie dagen* om een gesprek aan te vragen. Jullie vragen dit schriftelijk aan, bv. via e-mail, bij de directeur. Jullie krijgen een uitnodiging die de afspraak bevestigt. Het overleg vindt ten laatste plaats op de zesde dag* na de dag waarop de rapporten werden uitgedeeld (fysiek en/of digitaal).
Let op: als het gesprek na het verstrijken van de termijn wordt aangevraagd, kunnen we niet meer op die vraag ingaan.
Het gesprek vindt fysiek plaats op school tenzij dit wegens veiligheidsredenen niet mogelijk is. Over de wijze waarop het gesprek plaatsvindt (fysiek dan wel via elektronische weg) ligt de beslissing bij de voorzitter van de delibererende klassenraad na afweging van de concrete omstandigheden of vraag.
Tijdens dat gesprek geven je ouders hun bezwaren. Als voorzitter van de delibererende klassenraad verduidelijkt de directeur aan de hand van je dossier op basis van welke gegevens de klassenraad zijn beslissing heeft genomen.
We delen het resultaat van dit gesprek met een aangetekende brief aan je ouders mee. Er zijn twee mogelijkheden:
Als je ouders het niet eens zijn met ofwel de beslissing van de voorzitter van de delibererende klassenraad, ofwel met de beslissing van de nieuwe delibererende klassenraad, dan blijft de betwisting bestaan. De brief vermeldt hoe je ouders in beroep kunnen gaan tegen die beslissing.
Als de betwisting na de eerste fase blijft bestaan, dan kunnen je ouders in een volgende fase met een aangetekende brief beroep instellen bij het schoolbestuur:
Aan de voorzitter van de
vzw VSOP Sint-Bertinus
Burg. Bertenplein 32
8970 Poperinge
Wanneer de school open is, kunnen je ouders het beroep bij het schoolbestuur op school persoonlijk afgeven. Je ouders krijgen dan een bewijs van ontvangst dat aantoont op welke datum ze het hebben ingediend. Wij geven het beroep daarna door aan het schoolbestuur.
Die brief versturen je ouders of geven je ouders op school af ten laatste de derde dag* nadat aan hen:
Er is dus een termijn van drie dagen*, die begint te lopen de dag nadat de aangetekende brief van de school wordt ontvangen. De aangetekende brief met één van de twee mogelijke beslissingen (zie boven) wordt geacht de derde dag na verzending te zijn ontvangen. De poststempel geldt als bewijs, zowel voor de verzending als voor de ontvangst. Deze termijn van drie dagen* geldt ook als je ouders ervoor kiezen om het beroep persoonlijk af te geven op school.
Let op: als het beroep te laat wordt verstuurd of afgegeven, zal de beroepscommissie het beroep als onontvankelijk moeten afwijzen. Dat betekent dat ze het beroep niet inhoudelijk zal kunnen behandelen.
Het beroep bij het schoolbestuur moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
Let op: als het beroep niet aan de voorwaarden voldoet, zal de beroepscommissie het beroep als onontvankelijk moeten afwijzen. Dat betekent dat ze het beroep niet inhoudelijk zal kunnen behandelen.
We verwachten daarnaast ook dat het beroep de redenen aangeeft waarom je ouders de beslissing van de delibererende klassenraad betwisten.
Wanneer het schoolbestuur een beroep ontvangt, zal het schoolbestuur of zijn afgevaardigde een beroepscommissie samenstellen. In die beroepscommissie zitten zowel mensen die aan de school of het schoolbestuur zijn verbonden (zoals de voorzitter van de delibererende klassenraad) als mensen die dat niet zijn. Het gaat om een onafhankelijke commissie die jullie klacht grondig zal onderzoeken. Ze zal steeds jou en je ouders uitnodigen voor een gesprek. Jullie kunnen je daarbij laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. De periode waarin de beroepscommissie kan samenkomen vind je in deel III, punt 3 van dit document. Het is enkel mogelijk om een gesprek te verzetten bij gewettigde reden of overmacht.
In de brief met de uitnodiging zal staan wie de leden van de beroepscommissie zijn. Deze samenstelling blijft ongewijzigd tijdens de verdere procedure, tenzij het door ziekte, overmacht of onverenigbaarheid noodzakelijk zou zijn om een plaatsvervanger aan te duiden.
De beroepscommissie streeft naar een consensus. Wanneer het toch tot een stemming komt, heeft de groep van mensen die aan de school of het schoolbestuur verbonden zijn even veel stemmen als de groep van mensen die dat niet zijn. De voorzitter is niet verbonden aan de school of het schoolbestuur. Wanneer er bij een stemming evenveel stemmen voor als tegen zijn, geeft zijn stem de doorslag.
De beroepscommissie zal ofwel de betwiste beslissing bevestigen, ofwel een andere beslissing nemen. De voorzitter van de beroepscommissie zal de gemotiveerde beslissing binnen een redelijke termijn en ten laatste op 15 september van het daaropvolgende schooljaar met een aangetekende brief aan je ouders meedelen.
Als de betwiste beslissing over een 7de leerjaar (Se-n-Se) op 31 januari werd genomen (of bij uitstel op 1 maart), wordt de beroepsprocedure ten laatste op 15 maart afgerond.
Als je op het einde van een 1ste leerjaar van de graad een attest van lesbijwoning als regelmatige leerling hebt gekregen, kan het zijn dat je bij school- of studieverandering toch een oriënteringsattest krijgt van de delibererende klassenraad van dat 1ste leerjaar. Als je ouders die beslissing betwisten, kunnen ze ertegen in beroep gaan.
Maar hopelijk komt het allemaal niet zo ver en slaag je erin het schooljaar succesvol af te sluiten en zijn jij en je ouders tevreden met je resultaat. Dat succes wensen wij je van harte toe!